Het seizoen is begonnen. Op de weekagenda komt het woord tafeltennis weer opvallend vaak voor. Training op maandag, woensdag en vrijdag, wedstrijd op zaterdag en afdelingstraining op zondag.
Stressogenblikken aan het aanrecht, want er moet voor de training nog even snel-snel-snel gegeten worden en dito momentjes in het verkeer, omdat de stoplichten altijd net voor onze neus op rood floepen.Het is zijn eerste seizoen zonder voetbal. Vandaag heeft hij nog even zijn oude voetbalmaatjes opgezocht. Hij zag ze met 11-1 verliezen. Ze missen hem en hij hen. Maar de keuze was onvermijdelijk. Het voetbalseizoen heeft te veel overlappingen met het tafeltennisseizoen. Tafeltennis staat nu op de eerste plaats. Het voetbal speelt zich alleen nog maar af op straat en op het schoolplein.
Als vader volg je zonder morren, ook al heb je zelf meer voetbal dan met tafeltennis. Je staat niet meer op zaterdagochtend met je voeten in het sompige gras langs de lijn te schreeuwen, maar stapt wekelijks door de deur van een soms wat muffig ruikend en iets te kil aanvoelend sportzaaltje. Bijna overal waar ik kom vraag ik me af of hoe lang de tijd hier heeft stil gestaan en of dat niet het suffige imago van tafeltennis in stand houdt. De koffie, in de aanpalende kantine gezet door vriendelijke clubleden maar soms ook nukkige ‘slachtoffers’ van de bardienstregeling, benadert meestal in de verste verte niet de smaak en aroma van het vertrouwde ‘bakje’ dat thuis uit het volautomatische espressoapparaat sijpelt.
Maar goed, het eerste bakje is doorgaans gratis en het tweede kost nooit meer dan een euro, dus je mag er niet veel te van zeggen noch verwachten. Heus niet alles ‘vroeger’ was beter. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de koffie op de voetbalclub ook heel goed de vergelijking met slootwater kon doorstaan. En aan de zijlijn van het tafeltennisspeelveld wordt gelukkig niet geschreeuwd of op scheidsrechters gescholden en dat is een meer dan prettige constatering. Gebleven is het genieten van het enthousiasme van je kind, van een trotse glimlach na een gewonnen punt en toch ook van een sip gezicht na een teleurstelling. Ik zou het voor geen geld willen missen.
Daarom draaf ik met alle plezier op als chauffeur, spring ik bij als mental-coach, sla ik soms ballen terug op een training als de tweede trainer heeft moeten afzeggen en draai ik zelfs een bardienstje in het seizoen. Ik ben onbetaalde werknemer in het tafeltennisbedrijf van mijn zoon. Ik word gebruikt wanneer ik nodig ben. Daar heb ik een mooi woord voor gevonden: bijzettafeltennisvader.
Ik ben een gelukkige bijzettafeltennisvader.
– Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd op wk-tafeltennis.nl